Literatuur
- Zwiers L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 158-159 ("Boograam, ook Boogvenster. Raam of venster met gebogen bovendorpel. Wordt zowel bij gewone raamkozijnen toegepast als bij meer royale uitvoering van ramen in groote gebouwen. De fig[uur] geeft een voorstelling van zulk een groot B[oograam] in een hotel, volgens ontwerp van den architect W. Kromhout Czn." - dit is de relevante tekst volledig)